Friday, December 23, 2005

Een ontmoeting met een Caireense inbreker

Vrijdagochtend kwart voor zeven en ik ben klaarwakker met de oren gespitst. Nu ben ik geen ochtendmens, dus dit is apart. Ik hoor gestommel buiten; “de baoweb is blijkbaar ook vroeg”, denk ik. “Nu hoor ik toch echt brekend glas”, denk ik. Ik vrees onraad, maar ik verman me en denk “kennelijk laat de baoweb een glazen potje vallen”. Totdat ik een geluid hoor dat precies zo klinkt als de balkondeur die opent, en ik opsta. Ik ga op onderzoek, maar bedenk me vrijwel meteen als een rondje door de hal loop, dat ik me aanstel. Ik ga naar de WC en duik m’n nest weer in. Corine wordt wakker van mijn gedoe. We draaien ons om en proberen weer te slapen.

Net als ik weer een beetje lig te soezen gaat de slaapkamerdeur open en steekt een vreemd hoofd om de deur. We schrikken allebei wakker. Het eerste wat ik denk is, dat mijn moeder, die met de kerstdagen op bezoek is, wakker geworden is. Maar het is toch echt een mannenhoofd. Zelfs zonder conactlenzen is dit vrij zeker. Het mannetje zegt: “sorry, I go, OK?”. Nu is het me duidelijk dat we met een indringer te maken hebben en ik voel me heel boos worden. Ik zeg: “ No, you stay right here”, en wil uit bed springen, maar ik realiseer me dat ik naakt onder de dekens lig. Ik schreeuw naar de indringer: “Give me my bathrobe!”, wat de verbouwereerde inbreker nog doet ook. Met badjas aan en bril op spring ik op en gooi Corine een andere badjas aan.

De indringer jammert dat hij honger heeft en arm is en of ik vooral de politie niet wil bellen. De armoede gaat erbij niet in, aangezien hij splinternieuwe kleren, een duur horloge en diverse zilveren ringen draagt. Ik bedenk me dat we niet eens het nummer van de politie hebben en weet nog niet wat ik ga doen. Ik zie inmiddels dat hij een ruitje van de balkondeur heeft ingetikt en zo is binnengekomen. We sluiten alle deuren van de vluchtwegen. Ik fouilleer de inbreker en hij lijkt niets gejat te hebben. Omdat we niet weten of we de indringer in bedwang zullen kunnen houden maakt Corine een foto van hem. De inbreker probeert zijn gezicht te bedekken maar is al te laat. Corine zoekt hulp bij de baoweb, Abu Hassan, maar die blijkt er niet te zijn. Dan besluiten we dat het het beste is Faroek, onze klusjesman, te bellen om hulp. Hij kan in ieder geval vloeiend Arabisch en weet waarschijnlijk hoe je dit met de politie regelt. Onderwijl houd ik de wacht bij de gevangene. Mijn moeder is inmiddels wakker en loopt naar de douche. Ik vertel haar dat we een inbreker in huis hebben, maar realiseer me dat de situatie zo bizar is dat het vrij ongeloofwaardig klinkt.

Inmiddels zijn de bovenburen ook wakker geworden, horen we. Corine gaat naar boven in haar ochtendjas om ze te vertellen wat er aan de hand is. De man des huizes vind eigenlijk dat Corine thee moet drinken en dat ik de inbreker maar moet slaan en vastbinden. Zelf naar beneden komen om ons bij te staan voelde hij weinig voor. Wel wilde ze nog een keer Faroek bellen om beter uit te kunnen leggen in het Arabisch wat er aan de hand was. Dat was goed, want Faroek had van het telefoontje van Corine begrepen dat we alleen per telefoon lastig gevallen waren.

Mama, Corine en ik waken bij de inbreker. De inbreker vroeg steeds om water maar ik wilde hem niet uit het oog verliezen. Na een aantal keer aandringen haalt mama water voor hem. Hij blijft smeken geen politie te halen ook niet nadat Faroek komt. Ik hou het kort dat alleen Faroek wat vragen wil stellen in het Arabisch. Wat er daarna gaat gebeuren, daar ga ik niet op in, ten dele omdat ik het zelf ook nog niet precies weet. De inbreker vraagt me zelfs om whiskey op een gegeven moment, maar ik krijg het idee dat hij me vooral af wil leiden, en daar trap ik niet in.

Na een half uur waken bij de inbreker, kwam Faroek met zijn boomlange zoon Amr. Faroek keek de inbreker strak aan en vroeg wat er gebeurt was. Al gauw was het hem duidelijk hoe de vork in de steel zit. De inbreker had een ladder van de schilder gepakt in de achtertuin en was zo het balkon op geklommen. Hij had een ruitje van de balkondeur opengetikt en de deur opengemaakt en daarbij zijn hand aan het glas gesneden (de inbreker bloedde inderdaad een beetje). Faroek fouilleert hem nogmaals om ook vast te stellen dat hij niets gestolen heeft. Opnieuw smeekt de inbreker de politie erbuiten te laten, maar Faroek was onverbiddelijk met zijn “…@$?*%…., lazim el polies”, wat ik begreep als “…(als je inbreekt), dan moet er politie bijkomen”. De inbreker blijft smeken en begint nu ook te huilen met zijn hoofd tegen onze witte muur.

Faroek gaat naar de bovenburen om het nummer te zoeken en te bellen. Amr houd de wacht met mij. Zeker een uur later rijdt er een agent met helm op een brommer voor. De agent begint eerst met de inbreker een paar flinken klappen te verkopen. Daarnaa fouilleert hij hem. Hij kijkt even hoe de inbreker was binnengekomen en ik moet een verklaring te schrijven. Na 5 regels vind hij de verklaring meer dan lang genoeg en moet ik mijn paspoort geven. Paspoort en verklaring verdwijnen in de jaszak van oom agent, terwijl Faroek uit naar onze gereedschapskist wat eletriciteitsnoer haalt. Dit draad gebruikt de agent om de inbreker wat zweepslagen te geven. We protesteren tegen dit zinloos geweld, maar al gauw blijkt ons draadje eigenlijk bedoelt te zijn als alternatieve handboei. Het hebben van handboeien is hier kennelijk meer een burger- dan politie taak. Dat krijg je met een terugtredende overheid.

Daarna moet ik mee naar bureau. De agent stapt met verklaring en paspoort in zijn zak op zijn brommer. Amr, de inbreker en ik stappen allemaal bij Faroek in de auto. Bij het bureau blijken we eerder aangekomen te zijn dan onze agent en Faroek legt uit dat het om een inbreker gaat. De agenten beginnen maar vast de inbreeker nog een paar flinke klappen uit te delen. Daarna nog maar eens fouilleren. Maar dit maal een stukje grondiger, want de agenten toveren onze digitale camera uit de inbrekersmouw. Die hadden we gebruikt om de inbreeker op vast te legggen als bewijsmateriaal. Ik snap nog steeds niet hoe hij het voorelkaar gekregen heeft om die te pakken te krijgen, maar dat was hem dus kennelijk gelukt.

Ik moet met Faroek en de inbreker wachten in een zijkamertje. Na een tijdje moeten Faroek en ik eruit omdat de inbreker “gestripsearch” wordt. Maar er word niets meer gevonden. We gaan naar een andere wachtruimte. Faroek en ik wachten op de bank, de inbreker achter de balie met agenten. Een agent vraagt me in perfect Engels wat er gebeurt is en beantwoort mijn hele verhaal met een “well done”. Dit blijkt niet de juiste agent, want hij verdwijnt weer van het toneel en we moeten weer wachten. Ik vertel Faroek dat we eigenlijk naar de Sinai willen rijden die dag en dat de tijd een beetje dringt als we dat voor zonsondergang willen halen. Faroek brengt dit over maar veel verder dan een : “essa’a ashara inshallah” (10 uur als god het wil) komt het niet. Ik wacht braaf en verder zie allelei interessante handelingen. Zo zie ik een aantal agenten met 2 sleutels de kluis openmaken en er een verzegelde enveloppe uithalen. Er wordt wat uit de enveloppe gehaald en vervolgens is men in de weer met lucifertje om het zegel te smelten en weer te herstellen. Erg curieus. Ook wijst de inbreker, die ik recht in het gezicht kan kijken, steeds op zijn horloge terwijl hij Arabische woorden fluistert. Maar liplezen in het Arbisch gaat me nog een aantal stappen te ver, dus Faroek legt uit dat de inbreker zijn horloge aanbiedt als we afzien van een verklaring afleggen. Ik peins er niet over en verbaas me zelfs hoe hij kan denken dat dit zou kunnen werken, nadat ik al een eerder verklaring heb afgelegd en de politie mijn camera in zijn mouw vond. Maar we hadden al eerder vastgesteld dat dit een domme inbreker moet zijn.

Nu mag ik ook achter te balie plaats nemen en moet ik nogmaals mijn verhaal vertellen. Mijn eerdere veklaring duikt op maar daar staat nog niet in dat mijn camera gestolen was, want dat wist ik toen nog niet. Een groot probleem dus. Er wordt druk overlegd hoe nu verder te gaan tussen de veschillende agenten met 1, 2 en zelfs 3 sterren op hun epauletten. Mijn geval lijkt bepaalt geen routineklus voor de heren. De comissaris met 4 sterren en een pet biedt uitkomst. Hij legt iedereen uit hoe dit verder moet met een paar bevelen en wijzende vingers en alle agenten gaan weer an het werk. Mijn agent komt er weer bij zitten. Ik moet een nieuwe verklaring schrijven waarin ik de camera noem en expliciet vertel dat de inbreker ons niet heeft mishandeld en wij hem niet. Dit briefje wordt vervolgens vertaald naar het Arabisch. De vertaalagent lacht hartelijk als hij leest dat de inbreker “sorry” zei toen hij onze kamer binnenkwam. Ik moet Arabische verklaring tekenen, en nu is er alleen nog een copie van mijn passpoort nodig. Faroek geeft 50 piaster aan een agent zonder sterren die op pad wordt gestuurd om te copieren. De inbreker is inmiddels van het toneel verdwenen.

Nu moet de agent die onze zaak nu behandelt nog met ons naar dat eerste zijkamertje om wat te vragen. Hier is inmiddels alles donker. Als het licht aangeknipt wordt, blijkt dat de agent die zich met onze zaak de eerste vijf minuten bezig had gehouden slaapt op de bank. Het jasje van inbreker ligt als aandenken aan de stripsearch nog op de grond. De agent wordt wakker speekt een paar goedkeurende woorden dat het wat hem betreft ook OK is zo, en doet het licht weer uit om verder te tukken. Als de copieeragent ook terug is met mijn paspoort kunnen we gaan. Faroek zet me thuis af, en meet meteen het gebroken ruitje op om te vervangen. Corine had inmiddels schoongmaakt en ingepakt. De inbreker bleek zijn bloedende hand aan een shirt van Corine te hebben afgeveegd. Andere sporen zijn ook inmiddels schoongemaakt. Agnes blijkt ook de rare geluiden gehoord te hebben, maar omdat ze het huis niet kent had ze niet meteen in de gaten wat er aan de hand was. Ze herinnert zich ook dat een man zijn hoofd rond haar deur stak en “sorry” zei. Op dat moment zelf, nog slaapdronken, dacht ze dat zal Jurriaan wel zijn. Maar nu blijkt dat dus ook de inbreker geweest te zijn. De inbreker was dom genoeg toen niet meteen te vluchten, nog dommer nog een slaapkamer in te gaan en het domst om daar mijn badjas gewoon aan te reiken. Vluchten bij onraad is niet zijn sterke kant. En dat is best lastig als je inbreker bent…